KansenKeren speel je samen. Je speelt dit spel om sociale ongelijkheid te bespreken, je kunt niet winnen.
In dit spel bespreek je samen elf realistische situaties in het leven van een jongere. De dobbelsteen bepaalt de situatie waarin een jongere kan belanden. Samen bespreek je hoe die achtereenvolgende situaties invloed kunnen hebben op de kansen van een jongere. Dat hangt natuurlijk af van de eerdere gebeurtenissen, maar ook van jullie professionele en persoonlijke ervaringen. Het spel leent zich voor uitwisseling en draagt bij aan begrip voor mensen bij wie de achterstand in het vroege leven hen telkens weer inhaalt.
Start van het spel
Nadat jullie voor de pion een identiteit hebben bedacht, start de 'levensweg' in het midden van de ladder. In het boekje ‘Levensgebeurtenissen’ staan situaties uitgelegd waarin kinderen en jongeren kunnen belanden. Per levensgebeurtenis gooit iemand uit de groep de dobbelsteen, het aantal ogen staat voor de situatie waarin 'jullie jongere' belandt.
In jullie groep bespreek je welke invloed de situaties kúnnen hebben op de kansen van jullie jongere, je bepaalt samen hoeveel stappen jullie jongere omhoog of omlaag gaat op de levensweg.
Aan de elf momenten in het leven van de jongere zijn in totaal 66 levensgebeurtenissen verbonden. De situaties zijn het gevolg van gebeurtenissen in de samenleving (macro), van gebeurtenissen en keuzes in het gezin of de sociale omgeving van het kind (meso) of het gevolg van individuele kenmerken en ervaringen (micro). Thema's die aan de orde komen zijn: